De Orde werd in 1940 in Amsterdam opgericht als Centraal Bureau voor Organisatie en Efficiency. Zij presenteerde zich in die tijd als “een groep zelfstandige organisatiebureaus op het gebied van fabrieksorganisatie, organisatie van het vervoer, verkooporganisatie, administratieve organisatie, algemeen bestuur, psychodiagnostiek etc.” In 1941 werd dit omgedoopt tot de Orde van Organisatie en Efficiency Adviseurs en daaraan gekoppeld: de formele oprichting van de beroepsvereniging: de Orde van Organisatie-Adviseurs.
Binnen de Orde stond het adviesvak centraal en niet de adviesbureaus. De Orde bestond vooral uit ervaringsdeskundigen, zoals ingenieurs, economen en accountants. Dit waren beroepsprofessionals met een ruime ervaring, die ook gingen adviseren. De vereniging bestond vooral uit adviseurs met praktijkervaring, omdat een formele academische opleiding in organisatieadvisering niet bestond. De Orde vertegenwoordigde daarbij zowel de adviseurs als de bureaus.
In 1958 richtten de Orde en de academische wereld samen de Stichting Interacademiale Opleiding Organisatiekunde (SIOO). SIOO was jarenlang het enige opleidingsinstituut waar economen, sociologen en ingenieurs een postdoctorale studie organisatiekunde konden volgen. Hier werd onderwijs in methoden en technieken uit de organisatie-adviespraktijk ondergebracht.
Na oprichting werd een diploma van SIOO vereist om lid te kunnen worden. Om de kennisuitwisseling onder afgestudeerden te stimuleren, richtte de SIOO in 1961 de alumnivereniging het Genootschap van organisatiekundigen op. Omdat de vrees was dat de Orde en het Genootschap uit elkaar zouden groeien, werd in 1973 besloten de Orde en het Genootschap te fuseren tot een Orde van organisatiekundigen en -adviseurs.
Naast een fusie vond in deze periode ook een afsplitsing plaats. Midden jaren zestig werd binnen de Orde de sectie Bureauhoofden opgericht. De hoofden van de bureaus wilden onderling overleggen over zaken die vooral de bureaus aangingen, zoals bijvoorbeeld het salaris- en pensioenbeleid. En meer tijd voor overleg over geld en markt en minder over professionalisering.
Een afsplitsing was onvermijdelijk, en zo werd in 1970 de Raad van Organisatieadviesbureaus (ROA) opgericht. De ROA ontwikkelde zich verder tot een branchevereniging en de Orde ontwikkelde zich verder als beroepsvereniging. Door de jaren heen zijn de banden altijd nauw gebleven door het organiseren van gezamenlijke activiteiten, zoals de Ernst Hijmanslezing of meer recent de Impactdag.
Midden jaren ’80 en medio jaren ’90 wilden ook steeds meer zelfstandige adviseurs lid worden. Er vonden binnen de Orde fundamentele discussies plaats: Wie laten we wel toe en wie niet? Welke criteria stel je aan toelating? Is de interne adviseur wel onafhankelijk genoeg om zich aan onze gedragscodes te kunnen conformeren? Uiteindelijk werd besloten om ook zelfstandige adviseurs toe te laten, zonder binding met bureaus. Het zorgde voor een bloeiperiode, waarin het ledental steeg en waarin de professionalisering en daaraan gekoppelde certificering een enorme ontwikkeling doormaakten. Er kwamen internationaal erkende certificaten om opleidingen (Accredited Training Practice/ ATP), Bureaus (Accredited Consulting Practice/ ACP) en adviseurs (Certified Management Consultant/ CMC) te accrediteren.
In de jaren ‘90 en tot op de dag van vandaag heeft de Orde zich enorm ingezet voor de internationalisering van het vak. In 1987 werd de internationale beroepsorganisatie opgericht: de International Council of Management Consulting Institutes (ICMCI) waar de Orde bij de oprichting betrokken was. Leden van de Orde hebben zich enorm ingespannen om ook in andere landen, zoals Oekraïne en Litouwen, beroepsverenigingen op te richten die het keurmerk CMC voeren. Inmiddels hebben meer 50 landen een beroepsvereniging en zijn lid van de ICMCI (https://www.cmc-global.org).
De laatste jaren heeft de Orde de stap naar de toekomst gemaakt en de focus verlegd naar het binden van de nieuwe generatie organisatieadviseurs. De Orde wil minder normstellend zijn, en meer een ‘platform’ voor professionele uitwisseling. Persona’s waar de Orde zich op wil richten zijn de ‘proactieve startende ondernemer’ en de ‘gerichte professionele netwerker’, met een coachende rol voor de meer ervaren adviseurs als ambassadeurs van professionele kwaliteit.
1940-1947. Remmer Willem Starreveld
1947-1951. Piet Bosboom
1951-1952. Vincent Willem van Gogh
1952-1956. L.L.G.D. Meertens
1956-1959. D.A.C. Zoethout
1961-1964. Carel de Beer
1964-1969. D.J. da Silva
1969-1973. F.G. Willemze
1973-1976. Jan Edelman Bos
1976-1978. J.J.J. van Dijck
1978-1979. A.M. van Haastrecht
1979-1982. Jan Verschoor
1982-1983. B.H.V.A. Franke
1983-1986. Willem Vrakking
1986-1987. J.A. van Hamel
1987-1989. Frans Verhaaren
1989-1994. C.J.A.J.M. van Gestel
1994-1996. N.M.H. van Dijk
1996-1997. Pauline Meurs
1997-1998. P.J. van der Vange
1998-2002. Rob Florijn
2002-2007. Rob Wagenaar
2007-2011. Miel Otto
2011-2011. Wim Visser
2011-2019 Jan Willem Kradolfer
2019- heden Mark van Twist