Karin Kerckhaert, zelfstandig organisatieadviseur, woont samen met haar man in Bunnik. Daar combineert ze haar drukke werkleven met de rust van de natuur. We gingen met Karin in gesprek over haar werk. Wat drijft haar, wat is haar passie en hoe blijft ze geprikkeld om zich te blijven ontwikkelen en verdiepen?
Zeg Karin, heb jij altijd al geweten dat je dit vak in wilde?
“Nee, ik ben er echt in gegroeid. Na mijn middelbare school ben ik naar de Academie Mens Arbeid gegaan, waarna ik even heb gewerkt als voorlichter. De eerste tien jaar van mijn loopbaan heb ik verschillende banen gehad. Op mijn 39e ben ik begonnen als zelfstandige. Ik kon goed projectmatig werken en dacht: daar kan ik me zelfstandig in vestigen. Vanuit daar ben ik eigenlijk doorgestroomd naar het organisatieadvies vak.”
Dat doe je nu al een heel aantal jaren. Hoe zorg je dat je up-to-date blijft?
“Lezen horen we allemaal te doen, dus dat lijkt me redelijk normaal. Ik zit bijvoorbeeld in een managementboekenclub. Samen met een aantal zelfstandig gevestigde adviseurs lezen we boeken, vatten we deze samen en verzorgen er een avond over. Daardoor kan ik met minimale inspanning, toch heel veel vakliteratuur tot me nemen.” We vragen Karin wat haar favoriete boek is als het gaat om vakliteratuur. “Ik heb een hele kast vol boeken, maar een van de boeken waar ik nog vaak in lees is het boek ‘Plezier beleven aan taaie vraagstukken’, van Hans Vermaak. Dat boek zet mij aan het denken aan de hand van casuïstiek waar ik op dat moment mee te maken heb.”
En je bent natuurlijk lid van de Ooa!
“Ja, ik heb een professionaliseringsabonnement en ik doe ook mee aan intervisie. Door dit te doen blijf ik op de hoogte van de nieuwste inzichten en probeer ik bij te blijven in ons snel ontwikkelende vakgebied.” Karin vertelt ook hoe ze bij Ooa terecht is gekomen. “Ik deed een opleiding bij Sioo. Ik hoorde over de Ooa, en het leek me mooi om me aan te sluiten bij een club met allemaal vakgenoten. We zijn nu ruim tien jaar verder en ik ben nog steeds lid, ik vind het belangrijk om me te verhouden met vakgenoten en daar contact mee te hebben. Zo blijf ik breed bezig met het vak.”
Je wordt omringd door organisatiekundigen en je zit al een tijd in het vak. Welke eigenschappen heb je nodig om een goede organisatiekundige te zijn?
“Een van de eigenschappen die je moet hebben, is goed kunnen luisteren. Je moet aan kunnen sluiten bij het vraagstuk van de klant. Ik denk mee in oplossingen, maar het eigenaarschap blijft bij de klant. Ik probeer aan te sluiten in termen van het aandragen van verschillende oplossingen, maar dat betekent niet dat ik altijd de klant volg. Je moet ze ook kunnen prikkelen en kunnen confronteren, ze hebben natuurlijk juist behoefte aan een ander perspectief. Daar moet je mee kunnen spelen.”
Je bent druk op je werk, wat doe je in de vrije tijd die je nog overhoudt?
“Ik tennis graag en probeer eigenlijk minimaal een avond in de week naar de sportschool te gaan. Ik wandel veel en ben ook heel graag buiten.” Net als in haar werk is ze een echte bezige bij en is ontwikkeling ook belangrijk. “Ik reis heel graag, maar dat is natuurlijk al vrijwel twee jaar niet aan de orde.” De mooiste reis die ze heeft gemaakt? “Dat was naar Ethiopië. Het is al 25 jaar geleden, toen het land net openging voor toerisme. Er heerst een hele andere cultuur dan hier, dat is super indrukwekkend. Je leert heel veel van zo’n reis.”
