Als je geconfronteerd wordt met pijn of met onveiligheid in arbeidsorganisaties, heb je een keuze. Wil je erover gaan of niet? Als je ermee aan de slag gaat, heb je het er dan expliciet over, ga je er omzichtig mee om of bouw je het op? En wat doet taal bij die keuze? Welke effecten heeft taal? Deze vragen stonden centraal bij de goed bezochte kennisworkshop van het Platform Advieskwaliteit op de laatste dag van september bij JOINN in Houten.
De eerste ronde van de workshop bestond uit het doornemen van een casus van een van de deelnemers aan de hand van de pCIMO logica*). De opdracht ging in aanvang niet over pijn en onveiligheid maar die kwamen lopende het traject in alle hevigheid op de voorgrond te staan. Daar was eerst iets mee te doen, voordat het traject verder kon. Tijdens een bijeenkomst waar veel kritiek op de opdrachtgever naar boven kwam, liep de opdrachtgever weg maar kwam even later weer terug. De adviseur ging vervolgens naast de opdrachtgever zitten en gebruikte woorden met als strekking: dit is niet tegen jou; ik wil je helpen; dat kan ik doen als jij je open stelt. In deze situatie heeft de interventie van de adviseur geholpen om verder te komen. De andere deelnemers deelden vervolgens een aantal essenties uit de door hun voorbereide casuïstiek.
Zo’n essentie is het aansluiten bij wat er zich in het moment voordoet. Opvallend daarbij is, dat we ons vaak niet kunnen herinneren wat we letterlijk zeiden. Wel kunnen we benoemen wat de strekking van de taal was:
Taal blijkt ertoe te doen: we drukken ons ermee uit en scheppen daarmee een wereld; in ons geval met de mensen die in de opdracht zijn betrokken en pijn en onveiligheid ervaren.
De afsluitende reflectie – een vast onderdeel van de kennisworkshop – werd deze keer door Mathilde Maas Kuper verzorgd. Zij is auteur van het boek ‘De verfrissende smaak van zure appels’. Mathilde heeft op basis van haar advieswerk, waarbij ze veelvuldig te maken heeft met pijn, een praktijktheorie ontwikkeld. Het (h)erkennen van pijn staat hierbij centraal. Pijn beschouwt zij als informatie. Hoe gereageerd wordt op pijn is een symptoom en ze onderzoekt juist de oorzaak ervan om het veiliger te maken. Zij geeft taal aan pijn door de woorden ‘verlies’ en ‘onvervuld verlangen’. Vier wezenlijke vragen daarbij zijn:
Als ‘bijsluiter’ gaf Mathilde twee aandachtspunten voor het gebruik mee. Ten eerste: in het geval de pijn in een opdracht manifest wordt en de opdracht zich gaat richten op het diagnosticeren ervan, dan is het van belang dat je tot en met het handelen (er iets aan doen) contracteert. Anders ligt de pijn op tafel maar gebeurt er verder niets. Het tweede aandachtspunt is waakzaam te zijn of de pijn wordt veroorzaakt door sociale onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag. In dat geval is er iets anders nodig (bv. het inschakelen van een vertrouwenspersoon) en is een groepsproces over pijn prematuur, zolang de sociale veiligheid in het geding is.
Herhaling van deze workshop
Begin volgend jaar (februari 2025, datum volgt nog) wordt deze workshop opnieuw gegeven.
Houd de Ooa agenda in de gaten voor de datum en aanmelden!
Meer over het platform advieskwaliteit
Het Platform Advieskwaliteit verhoogt de kwaliteit van organisatieadvies door kennisworkshops te organiseren waarin adviseurs casussen en interventies bespreken om van elkaars ervaringen te leren. Hierbij worden oplossingsstrategieën uitgediept en vertaald naar verschillende adviessituaties. Naast workshops stimuleert het Platform het publiceren van deze ervaringskennis en ontwikkelt het methodieken om deze kennis toegankelijk te maken.
De kerngroep van het platform Advieskwaliteit bestaat uit: Karin van Ginkel, Tibor Goossens, Nathaly Evertz, Elsbeth Reitsma (voorzitter).
*) De pCIMO-logica wordt gebruikt om ervaringskennis op systematische wijze te ontsluiten.
pCIMO staat voor: